maandag 5 oktober 2020

WERKEN MET WATEROPLOSBAAR VLIES

Vleugels van organza

Draadjes tussen 2 lagen gelegd en vrij stikwerk

Wateroplosbare folie of wateroplosbaar vlies is een kunstmatige stof die oplost in water. Er bestaan verschillende soorten. Verwarrend is dat eenzelfde soort onder verschillende namen te koop is. Dit komt doordat fabrikanten hun eigen merknaam voeren.

Wateroplosbare folie of wateroplosbaar vlies gebruik je als een tijdelijk steunmateriaal bij machinaal borduren of naaien. Na afloop los je het steunmateriaal op in water. De genaaide steken blijven over. De creatieve mogelijkheden zijn legio. Je kunt er bijvoorbeeld een transparante, kantachtig borduurwerk mee maken, maar ook een nieuwe stof van breigarens en restjes stof.

Er zijn twee basismethodes om met wateroplosbare folie te werken: vrij machinaal borduren en de sandwichmethode. Bij vrij machinaal borduren schakel je de transporteur van de naaimachine uit. Je handelingen bepalen de grootte en de richting van de naaisteken. Bij de sandwichmethode leg je tussen twee lagen wateroplosbare folie draden, garens, kleine lapjes, lintjes enzovoort. Dit pakketje stik je door, zodat er verbinding ontstaat tussen alle losse onderdeeltjes en daarmee een nieuwe stof.

Vrij machinaal borduren

  • Span twee lagen dunne wateroplosbare folie in een borduurring. Een knijpring is het handigst.
  • Stel je naaimachine in op vrij machinaal borduren of stoppen (transporteur uitschakelen, stop- of borduurvoetje plaatsen en persvoethendel in de juiste stand zetten, zie het instructieboekje). Zonder transporteur verlopen stofdoorvoer en steekgrootte niet automatisch, maar bepalen je stuurbewegingen en de naaisnelheid het resultaat. Oefen eventueel eerst op een lapje katoen.
  • Gebruik een tricot- of ballpointnaald, met een afgeronde punt. Met een gewone naald met een scherpe punt ontstaan snel gaatjes in de folie.
  • Draai met het handwiel de naald naar beneden en weer omhoog. Houd gelijktijdig de bovendraad vast en trek een beetje totdat de onderdraad door de folie heen naar boven komt. Dit voorkomt dat zich bij het naaien een dradenprop onder de stof vormt.
  • Houd beide draden naar achteren en hecht aan met een paar steken. Naai daarna verder.
  • Let op voldoende samenhang van het stikwerk. De naailijnen moeten kruisen en in elkaar grijpen. Maak eerst een basisstructuur van lijnen of cirkeltjes en ga daarna opvullen en toevoegen.
  • Zorg voor afwisseling. Vul sommige delen op met veel steken, houd andere delen open en luchtig. Variatie in kleurschakeringen geeft nuance en diepte.

Een sandwich met veel draden ertussen en later geborduurd met kraaltjes

De sandwichmethode

  • Knip een stuk wateroplosbare folie van ca. 30 x 30 cm voor een proeflap.
  • Rangschik er breigarens, draden, lapjes en lintjes op. Wees hiermee niet te zuinig, om te voorkomen dat het resultaat na het doorstikken misschien te open en te onsamenhangend is.
  • Leg er een tweede stuk wateroplosbare folie met dezelfde afmetingen overheen.
  • Fixeer de lagen met spelden (voorzichtig met het oog op gaatjes en scheuren).
  • Stik door met de naaimachine. Dit kan op verschillende manieren:

Doorstikken in ruitjes

  • Stik horizontale en verticale lijnen, met 2 à 2,5 cm tussenruimte.
  • Kies de normale instelling van de naaimachine en een rechte stiksteek van gemiddelde grootte. Stik een stukje heen en weer als aan- en afhechting.
  • Werk vanuit het midden, zodat de lucht in het werkstuk via de randen verdwijnt.
  • Zorg voor voldoende samenhang. Stik eventueel meer lijnen en een extra keer langs de randen.

Doorstikken met de methode van vrij machinaal borduren

Hierbij maken de stiklijnen op een natuurlijker manier deel uit van de nieuwe stof. Of je een borduurring gebruikt, is afhankelijk van de grootte en dikte van het pakketje.

  • Begin in het midden.
  • Naai cirkelende en slingerende vormen.

Het eindresultaat dat je beoogt, bepaalt de afwerking van een werkstuk. Soms is het juist speels als er  draadjes en stukjes stof los hangen. Eén of meerdere keren extra stikken langs de randen is dan voldoende. Desgewenst kun je randen stevig en recht maken door de wateroplosbare folie om te vouwen en de randen nog eens door te stikken, eventueel met een zigzagsteek.

Uitspoelen

Na het naaiwerk los je het steunmateriaal op in water. Knip eerst de overbodige folie weg. Om een werkstuk goed in vorm te houden, kun je het met spelden vastzetten op piepschuim. Na drogen eventueel strijken (aan de achterkant en niet te warm).

Tips

  • Maak verschillende proefjes voordat je aan een groot werkstuk begint.
  • Neem een uitwasbare pen wanneer je een motief op folie tekent.
  • Gewone garens zijn bruikbaar, maar met borduurgarens of effectgarens krijg je specialere resultaten.
  • Dit intensieve stikwerk vraagt om goede zorg en onderhoud van je naaimachine, dus regelmatig stofvrij maken en een druppeltje olie geven (zie het instructieboekje).
  • De keuze voor de dunne of dikke wateroplosbare folie is persoonlijk. De dikke kwaliteit is een stevige folie, die bestand is tegen intensief stikwerk. Er ontstaan niet snel gaten en een borduur ring is hierbij niet strikt nodig.

De tekst is geleend van de TP site, beter kan ik het niet omschrijven. De foto's zijn van mijn eigen werk.

 

stukjes krant en tule

verbinding gemaakt tussen kleine vierkante collages

in gaten verbindingen gemaakt


organza landschapjes

organza met stempels erop die gestikt zijn zodat de verschillende stukjes organza met elkaar verbonden zijn. Het vogeltje is met een soldeerbout uitgesneden langs het stiksel